Het is de Week van het Nederlands! Een initiatief van de Taalunie en Vlaams-Nederlands Huis deBuren waarin we de veelzijdigheid van de Nederlandse taal vieren. Maar deze veelzijdigheid zorgt vaak ook voor grammaticale uitdagingen…
Zo blijft het juiste gebruik van ‘hun’, ‘hen’ en ‘zij’ soms lastig. Wanneer gebruik je wat en wat zijn de verschillen tussen hun/hen/zij?
In zakelijk taalgebruik maak je liever geen taalfouten. Daarom helpen we je graag met onderstaande opfrisser!
Zij = onderwerp
Zij volgen een taaltraining Engels.
Hun = bezittelijk voornaamwoord
Dat is hun docent Frans.
Hun = meewerkend voorwerp zónder voorzetsel
Ik heb het hun gegeven.
Hen = lijdend voorwerp
Wij nodigen hen uit voor Spaanse les.
Hen = ná een voorzetsel
De taaltraining Duits is speciaal ontwikkeld voor hen.
Kan andere grammaticakennis van jezelf of je collega’s ook wel een opfrisbeurt gebruiken? Neem contact met ons op voor de ontwikkeling van een zakelijke taaltraining op maat. Incompany, online of op ons instituut: onze taaltrainers staan voor je klaar!