Li-Ja Termijn is door EPALE, hét Europese platform voor de volwasseneneducatie, geïnterviewd. Als projectleider en expert op het gebied van Nederlands op de werkvloer, weet ze als geen ander hoe belangrijk het is om onderling goed te kunnen communiceren tijdens het werk.

Li-ja, waarom Nederlands op de Werkvloer?

“Een goede communicatie op de werkvloer zorgt voor een betere samenwerking, minder fouten en voor bredere inzetbaarheid en persoonlijke ontwikkeling van medewerkers. Ik kom bij bedrijven waar gecommuniceerd wordt in drie of vier verschillende talen. Een voorman geeft in het Nederlands een opdracht, een collega vertaalt het naar het Engels en een derde medewerker herhaalt het in het Roemeens. Je begrijpt dat de kans dat de opdracht niet geheel naar behoren wordt uitgevoerd groot is. Zulke fouten kunnen veel geld kosten. Bedrijven die dit willen voorkomen en hun medewerkers de kans willen geven om zich te ontwikkelen in het bedrijf én in Nederland, zetten in op arbeidsgerichte taalscholing. Er zijn ook bedrijven die kiezen voor een Engelstalige werkvloer. We zien op dit moment de vraag naar taalscholing Engels wat oplopen. Maar als je wilt dat je werknemers zich in Nederland vestigen, is investeren in de Nederlandse taal noodzakelijk!”

Wat zijn volgens jou de voordelen van Nederlands op de Werkvloer naast Nederlands leren in een schoolsetting?

“We praten over medewerkers die veelal 40 uur of meer per week werken, in dag-, twee-, drie- of vijfploegendiensten. De afstand tot de schoolbank is vaak groot en in reguliere taalprogramma’s kunnen zij niet aansluiten vanwege hun wisselende diensten.
Als de werkgever hen de mogelijkheid geeft om (deels) tijdens of direct na het werk op de bedrijfslocatie een taaltraining te volgen, is de presentie én het rendement van zo’n training vele malen groter. De docent komt naar de deelnemers toe en verdiept zich in de werkzaamheden van de deelnemers. De deelnemers leiden de docent rond op hun eigen werkplek. We zien vaak dat de werknemers met veel passie vertellen over hun werk en dat hun angst om te leren sneller verdwijnt in hun vertrouwde werkomgeving.”
“De lessen zijn inhoudelijk ook anders dan reguliere taallessen. Centraal in de EBC aanpak staan naast het verbeteren van algemene taalvaardigheden, de communicatie op de werkvloer, praktische vaardigheden en werknemersvaardigheden. Verschillende werkvloergerichte modules komen tijdens de training aan bod, zoals ziekmelden, samenwerken, veilig werken, instructies overbrengen, storingen melden of actief bijdragen aan een werkoverleg.”

Staan bedrijven open voor jullie aanbod?

“EBC Talen is een vraaggerichte taalaanbieder. Als je wilt werken voor bedrijven, moet je flexibel zijn, aanpassen en meedenken. Bedrijven met een taalvraag, weten ons over het algemeen goed te vinden. We gaan in gesprek met het bedrijf, bespreken de doelen en stemmen samen af wat de beste opties zijn. Onze ruime ervaring met taalscholing op de werkvloer wordt in de aanloop naar een taaltraject zeer gewaardeerd. Kort gezegd draait het om: goed luisteren, voorlichten, vragen stellen, doelen bepalen, een stappenplan opstellen en uitvoeren.”

Wie zijn jullie deelnemers binnen de bedrijven?

“EBC verzorgt individuele en groepsgerichte taaltrainingen op alle taalniveaus voor laag-, midden- en hoogopgeleide medewerkers én werkgevers. De lessen kunnen plaatsvinden op onze leslocatie (in Bergen op Zoom), op de bedrijfslocatie door heel Nederland of online (wereldwijd).
We zien vaak dat laaggeschoolde medewerkers (in de fabriek) groepsgerichte taalscholing volgen. In hogere functies wordt eerder ingezet op individuele taaltrainingen op maat.”

Vinden mensen het eigenlijk wel leuk om deel te nemen? Wat trekt hen over de streep?

“Bij de meeste bedrijven wordt aan de medewerkers gevraagd of zij zich willen aanmelden voor taalscholing. Soms wordt er enige druk gezet op het aanmelden of worden mensen verplicht om deel te nemen. Maar over het algemeen gaat niemand met tegenzin naar de lessen en worden de lessen als leerzaam en leuk ervaren. De docenten zorgen voor een afwisselend en uitdagend lesprogramma waarin naast arbeidsgerichte taalscholing en werknemersvaardigheden ook de interesses van de individuele deelnemers aan bod komen.”

Zijn alle trajecten hetzelfde?

“De algemene doelstelling is het verhogen van het taalniveau en het gebruik ervan in de werkomgeving. Maar… geen enkel taaltraject op de werkvloer is hetzelfde! Op basis van de doelstellingen en intakeresultaten bepalen we het te volgen traject. Om extra draagvlak te verkrijgen voor de trainingen, vragen we het bedrijf  om input en bedrijfsspecifieke materialen. Deze informatie verwerken we in de lessen. Voor een werknemer van een broodjeszaak staat de communicatie met klanten en collega’s centraal én andere bedrijfsspecifieke communicatie die nodig is om op de bedrijfslocatie goed te kunnen functioneren. Als een groep werknemers verplicht is om een VCA-diploma te halen, worden in het lesprogramma naast werknemersvaardigheden en communicatie op de werkvloer ook de eind- en toetstermen van het VCA-examen opgenomen. Heeft een medewerker promotie gemaakt en moet hij in zijn nieuwe functie correcte mails kunnen schrijven, dan ligt de nadruk in de training op schrijfvaardigheid ten behoeve van de nieuwe functie.”

Werk je met partijen samen?

Gelukkig is er de laatste jaren in Nederland meer aandacht voor Nederlands op de werkvloer. In diverse werkgroepen en organisaties wordt het thema besproken en er zijn enkele regionale initiatieven om werkgevers te enthousiasmeren. In de praktijk ligt de uitvoering van de taaltrajecten Nederlands op de werkvloer bij een kleine groep ervaren taalaanbieders. Deze taalaanbieders zijn verenigd in een brancheorganisatie. Om een taal te leren moeten er naast de lessen, het huiswerk en de praktijkopdrachten veel ‘taalmeters’ gemaakt worden. De docenten van EBC wijzen de deelnemers tijdens de lessen op de mogelijkheden die er in de omgeving zijn om die extra taalmeters te maken. Om de bestaande routekaart goed in beeld te hebben, sturen we aan op samenwerking en sluiten we aan bij bestaande initiatieven.”

Is er subsidie voor deze trajecten of betaalt het bedrijf alles zelf?

“De laatste paar jaar kunnen werkgevers in Nederland eens per 12 à 18 maanden subsidie aanvragen. De subsidie wordt verstrekt vanuit het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Er zijn ook subsidies vanuit brancheorganisaties en opleidings- en ontwikkelingsfondsen. Sommige bedrijven zetten alleen taalscholing in met subsidie, anderen hebben een eigen opleidingsbudget en maken nooit gebruik van subsidiemogelijkheden voor taalscholing.”

Kun je een aantal opbrengsten noemen voor zowel het bedrijf als voor de medewerker?

“Er zijn diverse onderzoeken gedaan naar het rendement van taalscholing. Het rendement van een taaltraining is lastig uit te drukken in cijfers en dat is wel wat bedrijven graag willen horen. Er zijn wat cijfers bekend, maar in de praktijk zien we toch vooral de persoonlijke opbrengsten en de positieve veranderingen op de werkvloer. Waar eerst groepsvorming was op basis van taal en cultuur, zien we nu dat mensen in de kantine aansluiten bij hun ‘medestudenten’ en een praatje maken met hun Nederlandse collega’s. De deelnemer krijgt door de taal te leren meer zelfvertrouwen, kan meepraten, verstaat zijn omgeving en wordt begrepen door de anderen. Hoe fijn is dat!”
“Taalscholing op de werkvloer zet een bedrijf als het ware weer in beweging. Communicatie en processen verlopen vlotter, problemen worden sneller opgelost, medewerkers kunnen sneller ingezet worden op basis van hun capaciteiten en talenten. Als werkgever en taalaanbieder het op de juiste wijze aanpakken, is Nederlands op de werkvloer een win-win-situatie voor iedereen!”

Ben je op de hoogte of dit soort trajecten ook elders in Europa plaats vind? Is Europa er klaar voor?

“Ik weet dat in België ook diverse initiatieven voor taalscholing op de werkvloer zijn. Daar zijn ook subsidies voor. Wat er verder op dit gebied in Europa gebeurt weet ik eerlijk gezegd niet. Ik volg wel een aantal landen waar het inburgering betreft.”

Als ze je vragen om te vertellen over de ‘Nederlands op de werkvloer” trajecten in Europa. Zou je dat dan doen?

“Haha, ik ben bang dat ‘Nederlands’ op de werkvloer voor andere Europese landen niet echt interessant is. Maar taalscholing op de werkvloer is absoluut ook op Europees niveau een interessant onderwerp dat zeker de moeite waard is om voor het voetlicht te brengen. Maar als ze mij vragen, ga ik eerst mijn Engels nog een beetje bijspijkeren!”

 

Dit artikel is origineel gepubliceerd op epale.ec.europa.eu/. Interview door José Scholte, Ambassadeur EPALE Nederland.