‘Valse vrienden’ in de Franse taal, wij kunnen er geen genoeg van krijgen. Hoeveel uit dit lijstje kende je al?

  1. La serre betekent in het Frans niet de serre (dat is in het Frans veranda) maar de broeikas.
  2. La vitrine is niet de vitrine maar de etalage. Een mooi Frans werkwoord voor shoppen is faire du lèche-vitrine, letterlijk: ‘etalages likken’, ofwel verlekkerd naar alle kleding en artikelen kijken.
  3. Brave is niet braaf, maar dapper. Iemand die zich goed gedraagt is sage of raisonnable.
  4. Brutale is niet brutaal maar bruut, hardhandig. Als je in het Frans wilt zeggen dat iemand onbeleefd is dan gebruik je het woord insolent.
  5. Dur is niet duur (cher), maar hard! Ha, bekende instinker dit, voor Fransen die Nederlands willen leren.
  1. Une infusion kun je in Frankrijk op een menukaart vinden, want dit betekent in het Frans niet infuus (dat is une perfusion), maar kruidenthee.
  2. Endives zijn niet andijvie maar witlof!
  3. Le compas is niet het kompas (boussole) maar de passer.
  4. La mer is niet het meer (dat is le lac) maar de zee.
  5. Le maillot is geen maillot (kousen) maar het badpak of het voetbalshirt.
  6. Le coffre is niet de koffer maar een (brand)kluis.
  7. Le comédien is geen komiek of cabaretier, maar de toneelspeler of filmacteur.
  1. La glace is niet het glas maar het ijsje of de spiegel.
  2. Le magasin is niet het magazijn (réserve of entrepôt) maar de winkel.
  3. La vis is geen vis, maar een schroef.
  4. La blouse is zelden een gewone bloes (chemise of chemisier) maar meestal het uniform of de overall.
  5. La veste is geen vest (gilet) maar het colbertjasje.
  6. Drôle betekent niet drol (crotte) maar grappig.*
  7. Benzine betekent niet benzine voor de auto (essence) maar wasbenzine.
  8. L’artiste betekent niet alleen (bühne)artiest, maar veel vaker kunstenaar.
  9. Bonbons zijn geen bonbons maar snoepjes (chocoladebonbons heten chocolats)
  10. La cloque is geen klok, maar een (voet)blaar (synomiem: ampoule). Ook is een horloge in het Frans geen polshorloge (une montre) maar een grote wandklok.
  11. Un avocat is in het Frans niet alleen een advocaat, maar ook een avocado.
  12. La garde-robe is niet de plek waar je jas ophangt in een theater in Frankrijk, dat doe je in le vestiaire. Une garde-robe is een (kleding)kast of alle kleding die iemand bezit.
  13. Le pouce is niet ‘de poes’, maar ‘de duim’.
  14. Papi is geen koosnaam voor papa, pas op, het betekent opa! Net zoals mami(oma) gebruikt wordt als informele vorm voor grand-mère (grootmoeder).
  15. Le médecin betekent niet het medicijn (médicament) maar de dokter.
  16. L’hôtel de ville is geen hotel maar het stadhuis.
  17. Le boulevard is nooit een strandboulevard (dat is een promenade), maar ligt eigenlijk altijd in een stad.
  18. Une file is geen verstopping op de snelweg (dat is een bouchon), maar een gewone rij (van mensen of dingen).

Wilt u de Franse taal leren? Bij EBC bieden wij taalcursussen op maat! Bel 0164-265679 of mail naar ebctalen@ebc.nl.